Wat staat er in de Burgerlijke stand?
De Burgerlijke Stand is in het grootste deel van Nederland ingevoerd in de Franse tijd op 1 januari 1811 en bestaat tot op de dag van vandaag. Bij de aangifte van geboorte, huwelijk en overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand een officiële akte opgemaakt.
Een stukje geschiedenis:
De Burgerlijke Stand is in het grootste deel van Nederland ingevoerd in de Franse tijd op 1 januari 1811 en bestaat tot op de dag van vandaag. Bij de aangifte van geboorte, huwelijk en overlijden wordt een officiële akte opgemaakt. In een officiële akte zijn de gegevens ook de officiële gegevens. Als bijvoorbeeld de naam van een kind verkeerd wordt gespeld in de geboorteakte, houdt dat kind officieel de 'foutieve' naam.
Het maken van de akten is een zaak van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente waar de geboorte, het huwelijk of het overlijden heeft plaatsgevonden. Als een kind in een kraamkliniek of ziekenhuis wordt geboren, maakt de ambtenaar van de gemeente waar de kliniek staat de geboorteakte op. Dat kan een andere gemeente zijn dan waar de ouders van het kind wonen.
In de akte wordt de aangifte geregistreerd. De akte draagt dan ook de datum van de aangifte. Als een kind op 29 juli geboren wordt en de vader geeft het kind aan op 1 augustus, dan is de datum van de akte 1 augustus.
De akten worden per jaar genummerd en ingebonden in de volgorde waarin de aangiften zijn gebeurd. De akten staan niet alfabetisch, maar worden op datum en tijd van aangifte opgenomen in het register, in elk register (meestal per jaar) staat achterin een alfabetische index. De zogenaamde tienjarentafels zijn hier later uit opgemaakt.
De akten worden eerst een tijd bewaard bij de gemeente en worden daarna overgebracht naar de archieven.
- De geboorteakten worden na 100 jaar openbaar
- De huwelijksakten worden na 75 jaar openbaar
- En de overlijdensakten worden na 50 jaar openbaar
Registers worden echter pas overgebracht naar een openbare archiefbewaarplaats zoals het RHCe wanneer de laatste akte in dat register de periode van openbaarheid heeft bereikt.
In de Zuidelijke Nederlanden werd de burgerlijke stand al voor 1811 ingevoerd, in veel plaatsen vooral in Limburg dat vroeger tot de Zuidelijke Nederlanden behoorde heb je dus al akten van voor 1811. Daar werd al in 1800 de Burgerlijke Stand ingevoerd.
De opmaak van de akten is overal hetzelfde. Eerst werden de akten geheel met de hand geschreven, later werd gebruik gemaakt van voorgedrukte formulieren. In de periode 1811-1814 zijn de akten meestal in de Franse taal opgemaakt, ook voornamen worden op de Franse schrijfwijze opgenomen, bijvoorbeeld Johannes als Jean, of Pieter als Pierre.
Lees meer over: